Dit jaar is het 100 jaar geleden dat Jean Brusselmans definitief in Dilbeek kwam wonen. De Werkgroep Jean Brusselmans plant namens het Cultuurplatform Dilbeek (de voormalige Cultuurraad) een reeks activiteiten:
- Zaterdag 7 en zondag 8 september (Open Monumentendag): tentoonstelling in het gemeentehuis (werken in privébezit + tekeningen Koninklijke Bibliotheek) en in Westrand werken van amateurkunstenaars, verwijzend naar Brusselmans.
- Elke tweede zondag van de maand van 14 tot 17 u: kleine expo in het gemeentehuis (in het kader van Vlaamse Meesters op hun plek, i.s.m. Toerisme Vlaanderen).
- Permanente wandeling (4,7 km) langs 8 weerbestendige en kleurvaste reproducties (met steun van Provincie Vlaams-Brabant en ZENDER)
Oproep
De productie van de borden is maar haalbaar met extra steun. Daarom is het goed nieuws dat de Koning Boudewijnstichting haar medewerking verleent aan het project: giften vanaf 40 euro per jaar aan de Stichting geven aanleiding tot een belastingvermindering van 45% op het werkelijk gestorte bedrag (art. 145/33 WIB). Daarom hoopt de werkgroep op schenkers die een gift storten op rekening BE10 0000 0000 0404 van de Koning Boudewijnstichting met deze gestructureerde melding: 623/3873/50011. Vanaf 40 euro krijgt men een fiscaal attest.
Tenzij anders gewenst worden de schenkers vermeld in de wandelbrochure.
Jean Brusselmans (Brussel 1884 – Dilbeek 1952) volgt schilderkunst aan de Brusselse Academie. In 1907 huurt hij met Rik Wouters een atelier op een Brusselse zolder en legt zich toe op het schilderen van alledaagse onderwerpen. In 1924 verhuist hij met echtgenote en zoon naar het toen nog heel landelijke Dilbeek, in wat toen de Kapelstraat heette, sinds einde jaren ’50 omgedoopt tot de JB Brusselmansstraat. Hij geeft zijn huis cynisch de naam “Kouden Haerd”, verwijzend naar zijn situatie en de nabije Kaudenaardestraat. Vanuit zijn kleine atelier kijkt hij uit op de buurt, weilanden, boomgaarden, glooiende akkers, en in de verte de Luizenmolen in Anderlecht. Vaak schildert hij hetzelfde uitzicht in de wisselende seizoenen.
In 1931 wordt hij Ridder in de Leopoldsorde, maar daar koop je geen brood mee. In 1933 moet hij een deel van zijn meubels verkopen om de eindjes aan elkaar te knopen. Hij heeft wel wat tentoonstellingen, maar veel verkopen doet hij niet. Kortom, het gezin Brusselmans leeft in grote armoede.
Om den brode schildert Brusselmans reclameborden of toneeldecors voor het PSK of de Munt. Zijn vrouw verdient wat bij met naaiwerk. Tijdens de tweede wereldoorlog wordt de elektriciteit afgesloten omdat de rekeningen niet worden betaald. De piano en kleinere voorwerpen worden verkocht.
Echtgenote Marie overleeft de koude en de ontberingen niet. Ze sterft in 1943.
Na de oorlog komt hij er stilaan bovenop. In 1947 stelt hij voor het eerst tentoon in het buitenland, in Parijs. In 1950 krijgt hij in het PSK een retrospectieve. Eindelijk is hij erkend. Lang zal hij er niet van genieten: op 9 januari 1953 overlijdt hij thuis aan een hartaanval.
Op zijn grafzerk staat zijn slagzin: “l’existence d’un artiste est toujours héroique”.